De eerste kerk van Couckelaere, één van de oudste van Vlaanderen werd in 1100 tot priorie verheven, in 1600 beschadigd door de geuzen en in 1616 hersteld en uitgebreid. Daar de kerk in 1794 weer te klein werd, werd ze in tweemaal afgebroken en op dezelfde plaats herbouwd in zuiver gotische trant, gekenmerkt door zijn eenvoud en groots voorkomen en werd terecht 'een kathedraal van den buiten' genoemd. Na 2 jaar werken, onder het herderschap van Heer Pastor Goethals zaliger, werd op 23/09/1912 de kerk, op aanvraag van Pastor Lootens, door Monseigneur Waffelaert geconsacreerd. De plechtigheid duurde 5 uren en dit doordat er 3 altaren moesten gewijd worden en de kerk zo groot is met zijn nieuwe altaren, communiebank, merkwaardige meubelen uit de jaren 1700, predikstoel en twee antipendums (voorhangsels van altaar) waarvan 1 voortkomt van de priorie der middeleeuwen en het andere werd geborduurd eind 1700 door twee rijke Clarissen van Brugge die er 20 jaar aan werkten Na de plechtigheid werden Monseigneur, de geestelijkheid en de Overheden onthaald op het Kasteel het Oosthof.