Aloïs en Irma huwden op 24 mei 1922, de jubileumfoto is genomen in de tuin van de famillie Demoen.

Oorlogsinvalide Aloïs Demoen was in het interbellum gids van dienst bij Lange Max, het grote Duitse kanon in het Leugenboombos. Het kleine jongentje op de schoot van zijn overgrootvader is Karl Vannieuwkerke. De West-Vlaamse spreuk: de vonte smet (de doopvont besmet) of hij heeft veel weg van zijn peter kan hier gelden zij het met een generatie verschil. Als sportjournalist weet Karl zijn programma's Vive le Vélo en Vive la Vie te kruiden met toeristische wetenswaardigheden. Twee broers van Irma Staelens, Henri en Emiel hielden toezicht op Lange Max en bedeelden de tickets.

Zittend: Depoorter Désiré (schepen), Robbelein Désiré (burgemeester), Staelens Irma, Vannieuwkerke Karl, Demoen Aloïs, Van Der Cruyssen Gaby (schepen), Vanhooren Lucien (schepen), Staand Maene Julien, Demoen Jacques, Staelens Lucien (verscholen met pet), Deceuninck Annie, Staelens Henri, Demoen Gerard, Demoen Rik, Vanslambrouck Margaret, Hoste Roger, Demoen Marleen, Demoen Jenny, Vulsteke Michel, Vannieuwkerke Eric, Demoen Anny, Vanslambrouck Jules, Demoen Ludwina, Meersseman Roger (schepen), Peel Alexander, Maene Irma.