De seizoenarbeid vormt een belangrijk onderdeel van de West-Vlaamse sociale geschiedenis. Tot enkele tientallen jaren geleden was deze vorm van "gastarbeid" nog volop ingeburgerd. Duizenden West-Vlamingen gingen in Frankrijk jaarlijks gedurende maanden werken op de bietenvelden en in de cichorei-asten en dat was verschrikkelijk hard labeur.
De seizoenarbeid is ontstaan in het begin van de 18e eeuw uit bittere noodzaak. Er was werkloosheid door de toenemende mechanisatie en de oogsten mislukten, met als absoluut dieptepunt in 1846 toen daar nog eens een tyfusepidemie bijkwam.
E.H. Joris De Jaeger werd in 1953 aangesteld als aalmoezenier van de seizoenarbeiders. We laten Joris (77), die 35 jaar lang het wel en wee van de seizoenarbeiders in Frankrijk deelde, aan het woord over zijn functie als aalmoezenier, zijn onderhandelen met de Franse boeren voor een betere behandeling, de sfeer onder de seizoenarbeiders, het einde van de seizoenarbeid in 1987.....
Het Nieuwsblad
Priester tussen de bietenmannen
Koekelare
Koekelare