Gilbert en Gerda Dreser-Wostyn exploiteren een landbouwbedrijf langs de Veldstraat met een veestapel van zo'n 150 runderen van het Belgisch witblauwe ras.

Ze zien het kweken van kwaliteitsdieren voor de handel niet meer zitten daar rundvee op een slecht blaadje staat door hormonenschandalen, dolle koeienziekte...... Als ze hun hormonen- en antibiotica-vrije runderen in de handel moeten verkopen gebeurt dit beneden de productiekosten en handelaars interesseren zich niet voor de manier waarop koeien gekweekt zijn.

Daardoor rijpte bij hen het idee van een hoeveslagrij waar alleen vlees verkocht wordt van munten: zoogkoeien die één keer kalfden en altijd het beste vlees geven. Varkens worden levend aangekocht, eveneens uit een gesloten bedrijf en het kalfsvlees komt via een groothandel uit een gegarandeerd hormonenvrij bedrijf. De fijne vleeswaren maakt Geert zoveel mogelijk zelf en nog het liefst aan de hand van ouderwetse recepten en zonder bewaarmiddelen.