Koekelare is geen gemeente zoals vele andere gemeenten.

De eerste helft van deze eeuw staat symbool voor een woelige schoolstrijd, maar nu is Koekelare een voorbeeldig onderwijscentrum en minister Coens is er zelfs de grootste werkgever. Ook op politiek vlak was Koekelare een woelwater want door de politieke vijandigheid moesten de inwoners tussen 1952 en 1954 liefst 4 keer naar de stembus wat Koekelare een Belgisch record opleverde.

Vóór de Tweede Wereldoorlog was Koekelare ook de woonplaats van 700 "Fransmans", de stoere Vlaamse bietenmannen die in Noord-Frankrijk de kost verdienden.

Er werd aan dorpskernvernieuwing gedaan en zo startte men met het project "De Platse" dat bestaat uit twee afzonderlijke woon- en winkelblokken met daartussen een fraaie kiosk.

Koekelare is ook een cultuur-historische blikvanger geworden voor de eendagstoerist. De oude, geklasseerde brouwerij Christiaens werd ingericht als cultureel centrum met de bibliotheek, het Käthe Kolwitzmuseum in de mouttoren, een mini-expo van brouwersmateriaal en het Fransmans- en Kutsersmuseum (Kutsers waren Koekelaarse middenstanders die bij de boeren varkens en klaveren gingen opkopen om ze thuis te slachten en dan op de Oostendse vleesmarkt aan de man te brengen).

Waar je momenteel niet aan voorbij kan zijn de werken aan de transformatorhuisje dat tot Thaïs nutsgebouwtje omgebouwd wordt en dit oosters curiosum op het Fransmansplein krijgt een authentieke aankleding uit Thailand.

Koekelare heeft 75 ha bos met 8 km wandelwegen en een 8 ha groot arboretum dat bijna alle Europese sparsoorten herbergt.

De Sint-Martinuskerk gaat prat op haar mooie kansel en altaargewaden. Het Sint-Gertrudiskerkje van de deelgemeente Bovekerke is fier op zijn geklasseerde romaanse toren en houtsnijwerk, terwijl je in het polderdorpje Zande een dubbel kruis op de toren en kerkhoven aantreft. In Zande bloeien 's zomers ook nog de uiterst zeldzame Geeraardsbloempjes.