Het Koninklijk Handbooggild Sint-Sebastiaan gaat er prat op de oudste vereniging van de stad Torhout te zijn. De stichtingsoorkonde en geloofsbrief werd door graaf van Vlaanderen Filips de Stoute op 10 juli 1384 verleend. Enkel weerbare en gegoede mannen - door de stad aangeduid - maakten deel uit van het gild. Naast ontspanning bestond hun opdracht erin de stadspoorten te bewaken en politioneel op te treden bij ongeregeldheden. Het bekwamen in het hanteren van boog en pijl gebeurde op de eigen terreinen, genaamd het Gildhof, gelegen aan de huidige Beerstraat. Op de feestdag van hun patroonheilige volgde wat vertier met een processie naar de kerk, een gildemis, de papegaai -of koningsschieting en een afsluitend banket. Enkel bij deze gelegenheid werd op een aldaar opgestelde staande wip naar de op de top bevestigde zogenaamde papegaaivogel geschoten. Gedurende de Franse Revolutie, meer bepaald in 1796, werd het gild afgeschaft en de gildegoederen als nationaal goed verkocht. Na 1809, gedurende de Napoleontische tijd, herrees de handbooggilde als zuivere recreatieve vereniging. Sindsdien wordt nog enkel op staande wip geschoten.

In 1921 werd door de "Handbooggilde Sint-Sebastiaen van Thourout" aan het Paleis gericht met de vraag als Koninklijke Vereniging te worden erkend. Voorwaarde daarvoor was een onafgebroken en succesrijke werking gedurende 75 of meer jaar. Op 28 november 192& werd een schrijven van het Kabinet van de Koning ontvangen dat ze deze titel door de Koning werd toegekend. Een kader waarin het schrijven en de toemalige ledenlijst werd ter herinnering aan deze heugelijke gebeurtenis aangemaakt. We vinden er volgende schutters terug met datum van intrede in de gilde : hoofdman Edmond Bekaert, deken Léon Vandecasteele, sire Honoré Verduyn, baljuw Cesar Wostyn, griffier Hector Nolf, kassier Achille Nolf, zorge Thierry Nolf, commissaris Octave Maeyens, commissaris Henri Bevernagie, Edmond Strubbe, Richard Rosseel, Richard Hemeryck, Marcel Dezeure, Omer Carette, Alfons Vandecasteele, Robert Vandosselaere, Maurice Vereecke, Maurice Bruynooghe, Theofiel Carette, Edward Vandecasteele, Lucien Leuridan, Louis Declercq, Albert Bekaert, Robert Louwaege, Maurice Parmentier, Omer Vanbesien, Leopold Nolf, Amand Maes, Maurice Hemeryck, Robert Verplancke, Alidor Vandebussche, Maurice Decombele, Etienne Vandosselaere, Alois Missine, Joseph Vanheule, Henri Dekoninck, Arthur Delbeke, Fritz Vanmaele, Odile Lamaire, Albert Bryon, Julien Opsomer, Robert Baesens, Alberic Hachedooren en Odile Logghe.