Maurits Proot begon als 14-jarige te werken in de Brouwerij Christiaen en heeft het dan ook allemaal meegemaakt: ambachtelijk brouwen, uitvoeren per paard en kar, de opkomst van de vrachtwagen, de industrialisatie van de brouwerij, de sluiting van de vele kleine familiebrouwerijen en de opkomst van het streekbier.

Toen hij in 1959 terug kwam uit zijn legerdienst had de patron van de brouwerij een oude vrachtwagen van het Belgische leger gekocht om het bier naar de cafés te brengen en kon Maurits als chauffeur aan de slag. Zo werden de klanten sneller bediend en konden er grotere afstanden afgelegd worden.

Het brouwen van bier gebeurde ambachtelijk en met toediening van zuivere grondstoffen zoals hoppe, graan, suiker en putwater. In die tijd kon het bier niet langer dan 14 dagen bewaren omdat er geen bewaarstoffen aan toegevoegd werden.

Het familiebedrijf deed geen grote technische veranderingen en de broodnodige modernisatie bleef uit totdat de brouwer in 1969 besliste er mee te stoppen. De zoon wilde het bedrijf niet overnemen en de zaak werd overgenomen door de 'Anglo Belge' uit Zulte, wat meteen zorgde voor heel wat veranderingen waaronder: uitbreiding van het assortiment bieren, frisdranken en bierspecialiteiten en het streekbier "Zulte". Onlangs werd geïnvesteerd in nieuwe brouwketels en de computer deed zijn intrede.