Op Pasen 1917 stortte een Belgisch vliegtuig neer nabij de hoeve van Karel Vandenabeele (Zuidstraat). Vóór het vliegtuigwrak ligt de gedode piloot. Duitse soldaten weren de kijklustigen.
Droevige maar interessante foto. Het betreft een gemodificeerd Brits toestel, BE 2c, die door het Belgisch leger van een andere motor werd voorzien, waarvoor ook een andere motorkap diende gemaakt. Het toestel droeg ons serienummer 17. De Britse BE2c was een afkorting van British Experimental. Zij hadden nog enkele minder geslaagde toestellen gemaakt tijdens de oorlog. Ook de BE2c was in 1917 een compleet waardeloos toestel geworden. Niet om zijn opdrachten uit te voeren, maar wel door zijn veel te logge performance tegenover de wendbare Duitse jachtvliegtuigen. Het verkenningswerk werd steeds met tweezitters gedaan, zoals deze BE2c.

De gesneuvelde piloot voor het wrak is Adjudant Armand Glibert. Zijn onfortuinlijke waarnemer was Onderluitenant Jules Callant en hun overwinnaar was Leutnant Walter Göttsch. Ze sneuvelden inderdaad op Paaszondag 8 april 1917. Göttsch zal tot aan zijn dood 20 overwinningen behalen en dit was zijn 8ste. In hetzelfde gevecht werd een Duits toestel, gevlogen door Leutnant Albert(Alfred?) Träger neergeschoten door Glibert/Callant. Deze overwinning werd hen echter niet posthuum toegekend. Glibert/Callant, 6me Escadrille, waren gestationeerd in Houtem, Veurne in april 1917. Het Jagdstaffel 8 van Walter Göttsch bevond zich waarschijnlijk in Gistel. Het is op het vliegveld van Gistel dat Träger zijn noodlanding maakte, na zwaar gekwetst te zijn geworden door het weerwerk van Callant. Hij was uitgeschakeld voor de duur van de oorlog voor het helen van zijn verwondingen. Een van de redenen ook dat de overwinning niet officieel werd. Een andere - belangrijker - reden was dat een overwinning pas werd bevestigd als de infanterie in de loopgrachten het vliegtuig zag crashen, of als er een foto van de crash-site werd genomen. Beide konden in dit geval niet.