Het echtpaar Renaat en Maria Sobry-Christiaen vierde hun gouden huwelijksverjaardag.

Renaat werd geboren op 28/04/1921 in Roeselare en Maria op 28/04/1923 in Kortemark. Ze huwden in Koekelare op 10/04/1945, kregen 1 dochter, 2 kleinkinderen en 3 achterkleinkinderen.

Toen Renaat 15 jaar was moest hij gaan werken in een cichorei-ast in Rumbeke en was telkens voor 16 weken weg van huis. Vanaf 1937 werkte hij ten dele in de cichorei-ast en ten dele als 'karton' (paardenknecht) bij de boeren. Tijdens de eerste jaren van Wereldoorlog II werkte hij hier en daar, zelfs voor de bezetter. Hij werd in 1943 in Ieper opgepakt en vervolgens met de trein naar Aken vervoerd. In 1945 werd hij door de Russen bevrijd en daarna was het opnieuw het werken in de bieten en 't vlas en 's winters op een traveaux tot hij in 1979 moest stoppen wegens ziekte. Hij was een van de laatste Koekelaarse seizoenarbeiders samen met Julien Coucke, die nog een tweetal seizoenen kon teruggaan. Hij is ook een geducht duivenliefhebber en is graag bezig in zijn tuin. Maria stond in voor haar gezin en zou gedurende een 12-tal jaren een publiciteitsblad in een groot gedeelte van Koekelare bedelen.

Burgemeester Patrick Lansens en enkele leden van het schepencollege brachten Renaat en Maria een bezoek in hun woning langs de Bisschophoekstraat 56. Ze kregen een gelukwenstelegram van de koning, het gemeentelijke herinneringsdiploma en het gemeentelijke geschenk. Na de receptie thuis werd verder feest gevierd in de zaal 'De Kroon' in Esen.