André was één van de bekendste Koekelaarse figuren, die op het beroeps- en verenigingsleven zijn stempel drukte. Zijn verdiensten voor de fanfare waren bijzonder groot en hij deed graag een duit in het zakje om de zaak draaiend te houden. Van kindsbeen af was hij aangesloten bij de Turngilde. Hij was trommelaar in het Turnmuziek en na de oorlog in de St.-Jorisfanfare. Later fungeerde hij als tamboer-majoor, werd bestuurslid en ondervoorzitter na het overlijden van Maurice Willaert. Toen Prosper Cattrysse zich in 1985 als voorzitter terugtrok volgde André Dewulf hem op tot aan zijn dood in 1988. Alle mogelijke rangen heeft hij doorlopen en daardoor kon en mocht hij zijn ervaring laten spreken. Er werd naar hem geluisterd als naar een vader.