Het Koninklijk Handbooggild Sint-Sebastiaan gaat er prat op de oudste vereniging van de stad Torhout te zijn. De stichtingsoorkonde en geloofsbrief werd door graaf van Vlaanderen Filips de Stoute op 10 juli 1384 verleend. Enkel weerbare en gegoede mannen - door de stad aangeduid - maakten deel uit van het gild. Naast ontspanning bestond hun opdracht erin de stadspoorten te bewaken en politioneel op te treden bij ongeregeldheden. Het bekwamen in het hanteren van boog en pijl gebeurde op de eigen terreinen, genaamd het Gildhof, gelegen aan de huidige Beerstraat. Op de feestdag van hun patroonheilige volgde wat vertier met een processie naar de kerk, een gildemis, de papegaai -of koningsschieting en een afsluitend banket. Enkel bij deze gelegenheid werd op een aldaar opgestelde staande wip naar de op de top bevestigde zogenaamde papegaaivogel geschoten. Gedurende de Franse Revolutie, meer bepaald in 1796, werd het gild afgeschaft en de gildegoederen als nationaal goed verkocht. Na 1809, gedurende de Napoleontische tijd, herrees de handbooggilde als zuivere recreatieve vereniging. Sindsdien wordt nog enkel op staande wip geschoten.

Binnen de gilde wordt van dichtbij opgevolgd wie er als jubilaris gedurende een schuttersjaar kan gevierd worden. Voor 1971 waren dit drie 'zilveren' schutters - 25 jaar lidmaatschap - met name Albert Nolf, Ludo Van Eygen en Gerard Warlop. Traditioneel wordt bij dergelijke vieringen ook het Guldenboek ondertekend. Op deze foto zien we hoofdman Edmond Bekaert het boek signeren op zondag 27 juni 1971, dit gedurende het jaarlijkse schuttersfeest.