In Koekelare zijn er 200 duivenliefhebbers op een totaal van 6.435 inwoners en veel gemeenten kunnen daar enkel maar van dromen.

Désiré Robbelein "Distje", een cafébaas uit de Dorpsstraat is dit jaar de grote figuur geworden, want 1962 was zijn topjaar, waarin hij én geld én eer verzamelde en ook de fel beheerde Beker des Konings in de wacht sleepte. Deze beker wordt éénmaal per jaar, telkens aan een andere provincie, toegekend aan de eerstgeplaatste duif welke op een nationale vlucht KWDB het dichtst bij de top vliegt. Het is dus slechts om de 9 jaar dat iemand uit West-Vlaanderen de zo gegeerde "Beker des Konings" kan ontvangen.

De duif Den Bleken van Désiré werd 2e nationaal, 2e provinciaal, 1e regionaal en veroverde zo de Beker des Konings. "Den Bleken" is een beloftevolle 2-jarige crack, voortkomende uit een 14-jarige duiver van het hok Jozef Maeckelbergh uit Ichtegem en een 4-jarige duivin uit het hok van Leon Dujardin uit Koekelare.

Ter gelegenheid van de duivenolympiade te Oostende werd op zondag 03/02 ook een federale Belgische duivendag gehouden en werd de "Beker des Konings" overhandigd aan Désiré Robbelein.

Het winnen van de "Beker des Konings" was reden genoeg om ook in Koekelare feest te vieren. Stoetsgewijs, onder leiding van de Bolhoedenfanfare, werd gestapt vanuit het lokaal De Vreker naar het huis van Désiré en vandaar naar het gemeentehuis voor de officiële plechtigheid met tal van genodigden uit de duivensport. 's Middags volgde een banket in de zaal Robbelein, er werden toespraken gehouden en hij ontving bloemen uit alle hoeken van West-Vlaanderen. Tot laat in de avond werd er verder feest gevierd en in de kleine uurtjes hoorde men nog het lied "'k Zie zo geren mijn duivenkot"!.